User Tools

Site Tools


before-nl

Alvorens te beginnen

Inhoud



Voordat je begint

Alvorens te beginnen met Rocrail, eerst een aantal basis principes om er zeker van te zijn dat het ontwerp gereed is voor digitale besturing.

Doel

Het doel van het programma Rocrail is om een modelspoorbaan te besturen. Hetzij handmatig dan wel automatisch en ook beide tegelijkertijd is mogelijk.

Maken van een sporenplan

Lees dit eerst: Sporenplan Aanbevolen Richtlijen

Het sporenplan in Rocrail moet een logische weergave zijn van de echte (feitelijke) modelbaan en zkere geen kopie van het baanplan ; Rocrail is geen ontwerpprogramma voor modelbanen.
Het uitsplisten van een (bestaand) baanplan naar een functioneel sporenplan kan niet in een paar minuten worden gedaan. Bij voorkeur worden eerst een aantal schetsen (met blokken en wissels) gemaakt op papier, voordat het wordt ingevoerd in Rocrail.
Ook het inlezen (bijv. via internet) in centrale besturingssystemen bij het grootbedrijf, kan helpen bekend te raken met hoe een sporenplan in het echt wordt ingericht om de besturing vorm te geven.

Houd er rekening mee dat elk "object" dat in het sporenplan is opgenomen, capaciteit van de computer zal gebruiken. Voorkom daarom dat je onnodig elementen toevoegd die niet nodig zijn voor een goed overzicht. Hoe minder objecten hoe beter de prestatie van het systeem.

Er moet een digitaal baanontwerp zijn

Je kunt niet eenvoudig een analoge baan met de computer verbinden. Als je een analoge baan hebt moet deze eerst omgezet worden in een digitaal ontwerp voordat Rocrail de baan kan besturen. Dit kost meestal meer tijd dan eenvoudig een nieuw ontwerp maken.

Verschillen tussen digitaal en analoog

Bij een analoge baan worden alle componenten (loc's, wissels en seinen) aangesloten op een normale spanning. Er gebeurt niets totdat je aan de knop van de transformator draait of op de knopjes drukt die verbonden zijn met de wissels op je baan. Het draaien aan de transformator knopt verhoogt de spanning op de baan en de locs gaan rijden. Het drukken op een knopje stuurt stroom naar een wissel waardoor deze omschakelt.

Dit betekent dat als er op de baan niets gebeurt er geen spanning op de baan staat en er geen stroom vloeit.

Bij een digitaal ontwerp zit er tussen iedere component en de voedende spanning een chip. De voedende spanning is altijd maximaal omdat deze gebruikt wordt om informatie te sturen naar de chips. Als er een commando gestuurd wordt regelen de chips de spanning/stroom naar de componenten.

Dit betekent dat als er niets gebeurt op de baan er toch spanning op de baan staat. Ook al rijden er geen treinen of worden er geen wissels omgeschakeld.

Bij een analoog ontwerp regelt een eenvoudige transformator met draaiknop de spanning naar de baan. En eenvoudige knopjes sturen de spanning naar de wisselspoelen en seinen.

Een digitale baan heeft een Central Station (CS) nodig om de signalen naar de decoders te sturen. Er is een versterker en een transformator nodig die de signalen geschikt maken voor de spanning op de rails.


Verbinding met de baan.

Een digitale baan heeft minstens één verbinding nodig tussen het Central Station en de baan. Het CS gebruikt deze verbinding om signalen naar de baan te sturen.

Rocrail heeft ook minimaal één verbinding nodig tussen de computer en het CS, zodat Rocrail de baan kan besturen via het CS.

En als laatste is er een (optionele) verbinding nodig tussen de baan en de computer of het CS om Rocrail te laten weten waar de treinen zich op de baan bevinden als je de treinen automatisch wilt laten rijden.

Er zijn meerdere mogelijkheden voor deze verbindingen en ze verschillen onderling enigszins. Zo zijn er Central Stations die de terugmeldingen van de baan niet kunnen verwerken, dan gaan deze meldingen rechtstreeks naar de computer.

Kijk voor meer informatie bij de hoofdstukken over Central Stations en melders en kijk bij interfaces voor informatie over de verbinding tussen jouw CS en de computer.

before-nl.txt · Last modified: 2019/05/14 11:36 by vt601