This is an old revision of the document!
Table of Contents
Rocrail eigenschappen
Inhoud → Rocrail Server → Initialisatie
- Algemeen | Trace | Netwerk | Auto | Centrale | R2Rnet | Router | RocWeb | Finder | Commando toewijzingen
Trace
In traces wordt het programma verloop vastgelegd zodat zichtbaar wordt wat er gebeurd, dit kan nodig zijn om problemen op te lossen. Traces kunnen op de navolgende verschillende nivo's worden gemaakt .
Voor beter presteren van het programma kunnen de trace niveau's worden uitgeschakeld. |
User trace nivo
Auto
Deze mode laat in detail zien welke opdrachten er gegeven worden en is vooral handig voor het ontdekken van problemen als rocrail in de auto modus draait.
Monitor
Deze mode staat standaard aan en laat het dataverkeer zien naar de decoders en melders. Gebruik deze optie zorgvuldig want alle boodschappen worden naar Rocview gestuurd en dat kan zorgen voor stagnatie in het programma.
Zet deze optie uit als alle decoders en melders naar behoren werken.
Berekening
Traceer de snelheid en BBT berekeningen.
Zoek
Extra trace voor als er geen bestemming wordt gevonden.
Traceren
Extra trace van de Router.
Developer trace nivo
Byte
Niet voor algemene gebruikers |
---|
Deze mode is speciaal voor de software ontwikkelaars en legt op byte nivo vast wat er in het automatiseringsproces tussen rocrail en het command station gebeurd.
Geheugen
Niet voor algemene gebruikers |
---|
Deze mode is speciaal voor de software ontwikkelaars en traceert als er extra geheugen wordt gealloceerd.
Informatie
Voor het monitoren van alle Rocrail server activiteiten. Schakel uit als alles goed loopt.
Aantal trace bestanden
Maximaal aantal trace bestanden die worden gebruikt. Standaard is dit 3.
Als deze instelling op 0 of 1 wordt gezet zal er maar 1 trace bestand worden gebruikt. Dit bestand zal oneindig blijven groeien!
Trace bestand grootte
Maximale bestands grote in KB van de trace bestanden. Standaard is dit 100KB.
Voor het gebruik van de trace grote laat dit op 100KB.
Trace bestand
Naam van de trace bestanden.
De bestanden krijgen een oplopend nummer.
Als dit veld leeg is, zullen er geen trace bestanden worden opgeslagen.
Pad
Locatie waar de trace bestanden worden opgeslagen.
Wanneer leeg gelaten zullen de bestanden in de werkruimte map worden opgeslagen.
Trace line formaat
20081018.150939.425 g9999I main render 1203 setting signal 8s11 to white
timestamp | app | code | level | thread | object | source line | message |
---|---|---|---|---|---|---|---|
20081018.150939.425 | g | 9999 | I | main | render | 1203 | setting signal 8s11 to white |
Timestamp formaat
YYYYMMDD.HHmmSS.sss
Level Code
Level | Code | |
---|---|---|
TRCLEVEL_EXCEPTION | E | |
TRCLEVEL_INFO | I | |
TRCLEVEL_WARNING | W | |
TRCLEVEL_DEBUG | D | |
TRCLEVEL_BYTE | B | |
TRCLEVEL_METHOD | T | |
TRCLEVEL_MEMORY | M | |
TRCLEVEL_PARAM | A | |
TRCLEVEL_PROTOCOL | P | |
TRCLEVEL_ERROR | R | |
TRCLEVEL_PARSE | S | |
TRCLEVEL_WRAPPER | Z | |
TRCLEVEL_USER1 | a | auto mode |
TRCLEVEL_USER2 | b | HTTP |
TRCLEVEL_MONITOR | c | |
TRCLEVEL_XMLH | d | |
TRCLEVEL_CALC | v |
Trace IDs
ID Range | Usage |
---|---|
2001…2099 | Model route selection |
4001…4199 | LCDriver automat |
Zie ook: Trace Filter