Table of Contents
Interface
Interface-ID
Als er meer dan één centrale wordt gebruikt, wordt in dit veld de centrale vermeld die verantwoordelijk is voor de aansturing van de melder(sensor)decoder. Het veld "Interface ID" kan leeg blijven als het object is verbonden met de eerste centrale (eerste 'digint' in rocrail.ini) uit de lijst met centrales.
UID-Name
Gebruik met aandacht! De UID is hoofdlettergevoelig en moet overeenkomen, anders wordt de melding niet verwerkt en raakt verloren. |
Alternatief voor de Node-ID en wordt ondersteund door:
- BiDiB (String: Username)
- RocNet
Adres
Melders maken gebruik van Flat adressen zoals beschreven in Adressing
Opmerking: Als regel hebben melders een adres nodig, m.u.v. virtuele melders.
Adresinstelling met behulp van de Melder-Monitor
De meest elegante adresinstelling werkt met behulp van de Melder-Monitor, of bij klikken op de [ ? ] knop
- Door een loc rond de baan te rijden wordt elke melder gebeurtenis gerapporteerd in de melder-monitor.
- Sleep het getoonde adres van de gerapporteerde melder met de muis en zet het op het juiste melder object in het plan.
- Met deze actie wordt dit adres in het adres veld van de interface tab geschreven.
Node ID
Sommige systemen verdelen hun digitale uitgangen over "bussen" zoals Selectrix. Dan moet de bus een waarde krijgen. .
Voor het Cbus systeem is de bus waarde het node nummer bij gebruik van lange adressering.
Deze bus waarde heeft niets te maken met de S88 bus.
Adres
Hier wordt het feitelijke melderadres ingevuld.
Offset
Alleen voor kleine banen. Dit heeft negatieve invloed op de prestatie van het systeem. |
Optionieel, wordt niet ondersteund, offset variabele.
De waarde van de variabele wordt toegevoegd aan de melder adres.
Dit kan nuttig zijn bij meldesr-systemen, zoals de S88-bus, en module banen. In dit geval hoeft alleen de variabele worden aangepast in plaats van het wijzigen van alle melder adressen. (veelal 16 melders per unit)
[ ? ]
Het selecteren van de [ ? ] activeert de Melder Monitor
Register bits
Optioneel alleen voor het melder type register.
Wanneer de gebruikte Centrale van huis uit register melders ondersteund, kan dit gesimuleerd worden met max. 8 register bits.
Een register bit is slechts een adres van een gewone melder. Van de registerwaarde wordt na elke meldingswisseling een van de bits herberekend.
Deze registerwaarde kan worden gebruikt voor de draaischijf positie of actie-besturing: regval.
Kortsluiting
Hier kan het adres ingevuld worden van een melder die een kortsluitdetectie weergeeft. Bij activering verkleurt het achtergrond veld in rood.
Type
Kies hier het sensor type, indien afwijkend van de standaard.
Value | Type | Fabrikanten | Opmerking |
---|---|---|---|
0 | Sensors | - | Meest gebruikte type; Kan ook bi-directionele information terugmelden; Ook geschikt voor Hall Sensors, mits niet gebruikt als wielentellers. |
1 | IR Lissy | Uhlenbrock | Kan worden gebruikt met Off timer (EN) voor de bezetmelding. |
2 | Transponding receivers | Digitrax | Niet gebruikt; Werkt als type=0. |
3 | Barcode | BarJut | Niet gebruikt; Werkt als type=0. |
4 | RailCom | - | Niet gebruikt; Werkt als type=0. |
5 | RFID | MERG, LDT | Niet gebruikt; Werkt als type=0. |
6 | Wheel counter | GCA173 Hall Sensors, GCA141 | Wordt gebruikt a;s wielenteller of wagenteller. |
7 | GPS | GamesOnTrack | Gebruikt de GPS coördinaten van de GPS tab. |
8 | Register | - | Kan worden gebruikt als Turntable position sensor (EN). (Selectrix based systems) |
Lees Bi-Directional Communication voor meer info over dit onderwerp .
Opties
Aktief laag
Met deze optie kan het aktief nivo van de melder gewisseld worden.
Reset
Reset voor het type Wielenteller GCA141! Gebruik het niet bij tellen met behulp van de software.
Deze keuze zendt een reset-commando met hetzelfde adres als wordt gebruikt voor de "reset teller" gebeurtenis voor een GCA141.
Attentie : Het melder-adres mag hierbij niet hetzelfde adres zijn als van een bestaande wissel of schakelaar! |
Drempelwaarde
De laagste waarde om een een melder van het type "register" waar te nemen (Hoog).
Opmerking
Voor het toewijzen van adressen voor melders in het sporenplan, is een hulpscherm beschikbaar via de Melder Monitor